7. Goudse Lichtfabrieken

In Gouda zie je het licht

Aan de Hoge Gouwe vlak bij de singel werd in 1853 een gasfabriek gebouwd, een particulier initiatief. Na 35 jaar nam de gemeente het bedrijf over en breidde het flink uit. Kort na 1900 werd op hetzelfde terrein een elektriciteitscentrale geopend. Samen werden ze voortaan de Goudsche Lichtfabrieken genoemd. Zowel gas als elektriciteit werden toen nog voornamelijk voor verlichting gebruikt.

De Gasfabriek aan het Bolwerk, 1913 - (foto uit Streekarchief Midden-Holland, Gouda
De Gasfabriek aan het Bolwerk, 1913 (foto uit Streekarchief Midden-Holland, Gouda)

Gaslicht

De grondstof voor de vervaardiging van stadsgas was steenkool. Die werd het liefst per schip aangevoerd, dat is de goedkoopste manier van bulkvervoer. Zo ook in Gouda: door de Mallegatsluis en de Turfsingel konden de schepen de gasfabriek goed bereiken. Tegen 1930 verbruikt de gasfabriek  zo’n 11.000 ton steenkool per jaar. Wat met de toenmalige scheepsgrootte  neerkwam op één binnenvaartschip per week.

Een restproduct van de gasbereiding is cokes (ontgaste steenkool). Van 1.000 kilo steenkool blijft een kleine 700 kilo cokes over. Omdat die vaak nog voor het stoken van ovens en kachels gebruikt kon worden, kon de cokes lokaal verkocht worden.

Elektrisch licht

Mogelijk werd de cokes ook gebruikt als brandstof voor de stoomturbines van de in 1909 in gebruik genomen elektriciteitscentrale. Die centrale was een uitkomst want de gasfabriek kon de snel toenemende vraag naar verlichting niet bijbenen. De centrale draaide goed want al spoedig ging Gouda ook stroom leveren in omringende gemeenten.
Door schaalvergroting en het overschakelen op aardgas sloten beide gemeentelijke energiebedrijven in 1977 de deuren

De Goudse Lichtfabriek aan de Hoge Gouwe (foto: G.J. Dikker, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, doc.nr 298.327)
De Goudse Lichtfabriek aan de Hoge Gouwe (foto: G.J. Dikker, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, doc.nr 298.327)
Inmiddels is dit historische pand gerenoveerd en bevindt zich op de eerste verdieping een café-restaurant: De Lichtfabriek

Kaarslicht

Vóór de gloeilamp, het gaskousje en de petroleumlamp werden kaarsen gebruikt voor verlichting. Walmende vetkaarsen door het volk en schone, maar dure, waskaarsen door de gegoede klasse.

Stearine Kaarsenfabriek Gouda opgericht

Door Frans chemisch onderzoek werd stearine ontwikkeld. Daarmee konden uit goedkope vetten – dierlijk vet en palmolie – toch goed brandende kaarsen worden vervaardigd. Als tweede in Nederland werd in 1858 de Stearine Kaarsenfabriek Gouda opgericht. Met succes, want weldra zou de Goudse kaars een begrip worden. Het december-evenement Gouda bij Kaarslicht houdt nu de herinnering levend.

Viruly-gebouw

In 1901 werd de Kaarsenfabriek uitgebreid met stoomzeepziederij T.P. Viruly, een logische stap, want stearine- en zeepfabricage delen een aantal grondstoffen en bijproducten.

Beide lichtfabrieken als bedrijven bestaan nu niet meer, rechtsopvolger Croda heeft hun plaats bij het begin van de Turfsingel overgenomen. Het oude Viruly-gebouw is nog wel goed zichtbaar.

De bevoorrading van de Kaarsenfabriek ging per schip via de Turfsingel  (foto: archief Wim de Groot, bron: Schipperen - Zeven eeuwen tussen IJssel en Gouwe)
De bevoorrading van de Kaarsenfabriek ging per schip via de Turfsingel (foto: archief Wim de Groot, bron: Schipperen – Zeven eeuwen tussen IJssel en Gouwe)

Hendrik Bijnsdorp, juni 2022