3-4. Historische Haven: Westhaven en Oosthaven

’t Getij ging hier zijnen keer[1]

Oorspronkelijk mondde de Gouwe op natuurlijke wijze uit in de Hollandse IJssel. Maar die monding was sterk aan verzanding onderhevig en rond 1250 werd besloten de Haven te graven als nieuwe benedenloop van de Gouwe. Waar de Haven aansloot op de Gouwe kwam de Donkere Sluis, een keersluis die verhinderde dat hoogwater van de IJssel tot op de Gouwe doordrong. Want vóór de bouw van de Havensluis in 1615 was de Haven een getijdehaven en ging het water op en neer met het getij op de Hollandse IJssel. Vandaar ook de hoge kademuren. Voorbij de Donkere Sluis was geen getij meer en zijn de kades een stuk lager.

Scheepvaart bedrijven

De door de Graven van Holland verplichte vaart door Gouda en de moeizame doorvaart van de Donkere Sluis maakte van de Haven een leuk verdienmodel voor de Goudse middenstand. Aan beide zijden van de Haven, respectievelijk Oost- en Westhaven genoemd, waren veel bedrijven gevestigd die zich richtten op de scheepvaart of er gebruik van maakten. Zo was in een van de oudste huizen van de stad, op Westhaven 65, de zeilmakerij van de familie Endenburg gevestigd, tot 1990 aan toe. De ingesleten natuurstenen deurstijlen zijn het gevolg van het slijpen van messen en priemen door vele generaties zeilmakers.  

Monumentale panden

In de 16e eeuw lag meer dan de helft van de Goudse brouwerijen aan de Haven die behalve schoon water ook de transportweg voor grondstoffen en voor het eindproduct leverde.
Ten behoeve van de schippers lag in de middeleeuwen aan de Westhaven de kapel ter Nood Gods, De huidige Korte en Lange Noodgodstraat herinneren daar nog aan. Het voormalige Catharina Gasthuis aan de Oosthaven huisvest nu het Museum Gouda. Pas in 17e en 18e eeuw lieten de Goudse welgestelde families hun voorname patriciërswoningen bouwen aan de Haven. De prachtige monumentale panden langs de haven zijn het bewijs van de glorie dagen van de scheepvaart.


[1] Naar de spreuk op de Lemster Zeesluis: ’t Getij gaat zijnen keer, ’t En wacht naar Prins noch Heer.

De Oost- en Westhaven zijn rijk aan prachtige panden, vaak met tot de verbeelding sprekende namen en met hun eigen verhaal. De bruine ANWB-bordjes aan de gevels lichten een tipje van de sluier van hun geschiedenis op. 

Veel van deze panden staan ook beschreven in het Monumentenboekje (blz 28 t/m 37); download hier.

Nog meer uitgebreide informatie over de monumentale grachtenpanden aan de Haven, leest u hier.


Hendrik Bijnsdorp, juli 2022